De traditionele mechanische brievenwegers zijn ruwweg in vier groepen te verdelen:
1. Gelijkarmige balanswegers.
Hierbij wordt via plaatsing van losse gewichten bepaald in welk gewichtsgebied de brief valt. De armen van de balans zijn even lang. Er is geen afleesschaal. Voor de gewichts- en tariefsbepaling zijn er een aantal losse gewichten beschikbaar. De weging is vooral het vergelijken van het voorwerpsgewicht met dat van een of meer bij de balans mee geleverde gewichten. Is het zwaarder of lichter dan x? Soms is optelling van de geplaatste gewichten nodig. De gelijkarmige onderschalige balansweger is de oudste uitvoering. Het ontwerp van de bovenschalige balansweger is van de Franse wiskundige Gilles Personne de Roberval en stamt uit 1669. De horizontale armen vormen met de beide plateaustangen een parallellogram. De weegplateaus blijven daardoor in het hele bewegingsgebied horizontaal. De bovenste horizontale arm is meestal dubbel uitgevoerd. In 1849 kwam de Franse weegwerktuigbouwer Joseph Béranger met een verbeterde bovenschalige balansweger. In zijn ontwerp zijn de schalen op meer plaatsen ondersteund.
2. Ongelijkarmige balanswegers.
Deze weger heeft één of twee loopgewichten, het eventuele tweede - kleinere - gewicht is voor de fijnere afweegstappen. Het gewicht zit verplaatsbaar vast aan de weger. Dit contragewicht wordt over de balansarm met afleesschaal verplaatst naar de evenwichtsstand. Dit balanstype wordt ook wel unster genoemd. Er zijn tafel- en handmodellen;
3. Veerbalansen.
Een veer levert de balancerende kracht. Het gewicht of de porto is direct op een schaal af te lezen. Er zijn tafel- en handmodellen. De eenvoudige veerbalansen maken gebruik van een trek- of drukveer die in lijn ligt met de te wegen last (direct = 1 op 1). Men noemt ze ook wel veerunsters. De Engelsen noemen vanwege de vormovereenkomst de drukveeruitvoering Candlesticks. Bij complexere wegers is er een mechanisme tussen de veer en de last. (indirect = niet 1 op 1). In andere, zwaardere, wegers worden ook andere veertypen toegepast. Ze zijn meestal te grof om brieven te wegen. In de robuuste Mancur-weger is een bladveer toegepast. Deze weger is alleen voor grove wegingen geschikt en is vooral in de landbouw gebruikt. De sector veerbalans gebruikt ook een bladveer. Daarnaast bestaan er wegers met boogveren, elliptische veren en torsieveren;
4. Pendelwegers.
Een vast contragewicht, het ronde deel op de foto's, levert de balancerende kracht. Het gewicht of de porto is ook hier direct op een schaal af te lezen. Vanwege de kwartcirkelvormige afleesschaal op veel pendelwegers, worden ze ook wel kwadrantwegers genoemd. Er zijn tafel- en handmodellen. Tot de laatste groep behoren de meeste zak- of pocketwegers. Er zijn ook brievenwegers met een dubbele pendel.
In elke groep zijn er vele uitvoeringsvormen. Uiteraard bestaan er ook uitzonderingen: de wegers met enkele kenmerken van twee van bovengenoemde groepen. Bovendien zijn er sinds ± 1970 de electronische wegers met een digitale uitlezing. Deze categorie vind ik niet interessant. Dat geldt wel voor de categorie "aparte wegers". Alle niet-traditionele, niet-electronische wegertjes deel ik bij deze groep in. Bijvoorbeeld brievenwegerontwerpen waarbij kanteling de portogrensoverschrijding aangeeft. Een recent voorbeeld is afkomstig van de Nederlandse PTT. Ook de "waterweger" of Archimedes-weger past in deze categorie.
Pure brievenwegers, wegers strikt voor het wegen van brieven gemaakt, werden de eerste tientallen jaren voorzien van afleesschalen waarop de tarieven direct zijn af te lezen. In die tijd bleven de tarieven meerdere jaren hetzelfde. Op sommige schalen staan naast het binnenlandse brieftarief, ook de tarieven voor monsters en voor drukwerken. Soms staan ook de tariefschalen naar overzeese gebiedsdelen, en/of het buitenland erop. Dergelijke afleesschalen gaven bij tariefsverandering natuurlijk problemen.
Een enkele fabrikant heeft nog een systeem met een verwisselbare strook met de tariefsaanduidingen ingevoerd. Er zijn ook wegers waarbij de afleesschaal weliswaar het gewicht aanduidt, maar de posttarieven als service aan de gebruiker op het weegplateau zijn ingegraveerd. In latere jaren werden de tarieven vaker veranderd en de meeste tariefschalen verdwenen. De op de weger aangebrachte tarieven zijn een goed handvat om de brievenweger te dateren.
Bij pure brievenwegers is het weegplateau plat. In het huishouden is het vaak handiger om over een komvormig weegplateau te beschikken, bijvoorbeeld voor het afwegen van vloeistoffen of meel. Veel oude wegertjes bestaan in beide uitvoeringsvormen. De latere brievenwegers zijn eigenlijk beter aan te duiden als grammenwegers, ze zijn immers geschikt om meer dan alleen brieven te wegen. De indeling van de afleesschaal is divers. Vaak is het een afleesstreep per 5 gram. Op pendelwegers met een dubbelweegbereik heeft het lage bereik een afleesstreep per gram, het hogere bereik een streep per 5 gram.
Veel pendelwegers hebben een driepotig basisframe. Met een schroef is de weger op nul te stellen. De stelschroefpoot ligt in het bewegingsvlak van het wegermechanisme. Bij het model Fertig van de Duitse fabrikant Ph.J. Maul zijn de afleesnaald en de afleesschaal draaiend rond dezelfde as opgehangen. Nulafstelling is hierdoor weliswaar niet nodig, maar het duurt irritant lang voordat ook de afleesnaald stil hangt en een goede aflezing gedaan kan worden. De nulstelschroef is op de meeste wegertjes een lelijke, detonerende toevoeging, zie bijvoorbeeld de Rictus van Ph.J. Maul. Het complexere en daarmee ook duurdere ontwerp met de dubbele pendel, zoals de Columbus Bilateral ook van Ph.J. Maul, heeft geen nulafstelschroef nodig. Dit model met de tegengesteld bewegende pendeldelen, geeft onbelast, ook bij scheefstand, altijd de nulwaarde aan.
Er zijn pendelwegers waarbij de afleesschaal vast op het frame zit, het afleespunt beweegt dan uiteraard mee in het mechaniek. Ook het omgekeerde komt voor: de afleesschaal beweegt mee in het mechaniek langs een vast op het frame zittend afleespunt. Bij de dubbele pendelwegers bewegen en de afleesschalen en de afleespunten.
Er bestaan enkele pendelwegermodellen met een hele cirkel als afleesschaal. De meeste pendelwegers hebben als afleesschaal een cirkeldeel, ongeveer een kwartcirkel groot. Men duidt deze pendelwegers daarom ook wel aan met kwadrantwegers. Van sommige pendelwegers kan het contragewicht naar een tweede positie omgeklapt worden. Hiermee beschikken deze wegers over een tweede weegbereik.
« startblad « | © copyright André Sol | versie: april 18, 2004 |