Eerst wat kanttekeningen
|
Fig. 1: Riddle's geregistreerde zelfinstellende briefbalans [13] |
InleidingIn augustus 2020 zag ik op een Nederlandse veilingsite een matige foto waarop ik toch een Riddle meende te herkennen. Ik bracht een bod uit en dat werd geaccepteerd. Na een paar dagen bezorgde de post het pakje, snel uitgepakt en ja hoor: zeer waarschijnlijk een Riddle! Nadat ik deze brievenweger zorgvuldig had bekeken, heb ik van alle kanten en alle details foto's gemaakt. Ik raadpleegde het Handbook of old weighing instruments van Michael Crawforth [1] en via de index van Equilibrium [2] oude nummers doorzocht op informatie over G. Riddle. Ook heb ik links en rechts op het internet gezocht [3] en daar het een en ander gevonden. Het weekblad Mechanics' Magazine uit de periode 1830-1841 leverde veel interessante informatie op [4]. Ik heb met Diana Crawforth-Hitchins en met Carol Hayden contact opgenomen. Beide dames waren onmiddellijk bereid om mij bij een artikel te helpen. Diana stuurde mij twee pagina's met data over Riddle en zijn familie. Ik was op dat moment nog niet zo ver, maar midden of eind 2021 moest het schrijven volgens mij wel haalbaar zijn. Wel maakte ik alvast een webpagina over mijn Riddle brievenweger [5]. Ik zocht daarna af en toe verder op het internet en kwam daarbij nieuwe details tegen. Half 2023 kwam ik eindelijk in de juiste stemming om het artikel te schrijven. Ik nam opnieuw contact op met Diana Crawforth-Hitchins. Diana stuurde mij ook een nieuwe uitgebreidere lijst met Riddle data ingedeeld naar tijd + gebeurtenis + plaats. Dit keer maar liefst acht pagina's. [6]. Ik zag in die lijst dat ook Gregg Motter een Riddle bezit. Ik heb hem benaderd en ook hij hielp mij aan foto's en informatie. Het onderstaande artikel is het resultaat van de verzamelde informatie over Riddle en zijn wegers. Het bespreekt onder meer ook het privéleven van Riddle, zijn zakelijke relatie met Sampson Mordan, zijn andere producten, en zijn faillissement. | Fig. 2: oude balans met een gebogen hefboom uit het boek an introduction to natural philosophy, door William Nicholson, 1805, tussen pp 60-61 |
De eerste brievenwegers in Engeland zijn er al in 1839. De aankondiging en de invoering van de Engelse posthervormingswet in 1840 (Uniform Postal Act van Sir Rowland Hill) kan als de katalysator van de brievenweger-ontwikkeling worden beschouwd. De verzendkosten van brieven worden voortaan bepaald naar gewicht en niet naar afstand. Dit vereenvoudigde het versturen van post aanzienlijk.
Vanaf augustus 1839 werd het in Engeland mogelijk om ontwerpen (designs) te registreren en zo voor één of drie jaar auteursrecht te verkrijgen. De kosten voor het registreren van een metalen voorwerp gedurende drie jaar bedroeg drie guineas, samen met tekeningen en documenten bedroegen de gemiddelde kosten voor het registreren van een metalen object vijf guineas voor drie jaar (5 guineas = £5 en 5shilling, is £ 5,25 in modern geld). Dit tarief was aanzienlijk lager dan dat voor een Brits patent, dat voor een periode van veertien jaar grofweg tussen de £300 en £400 kostte.
Het eerste geregistreerde ontwerp, registered design no. 1, in een advertentie de "Post Office Letter Weight" genoemd, dateert van 12 augustus 1839 en staat op naam van Henry Hooper.
Op 31 oktober 1839 wordt een tweede "Letter Balance" -ontwerp van Henry Hooper geregistreerd, als nr. 68. In Equilibrium 2012, nr. 4 pp 3855-3861, beschrijven Andrew Crawforth en Diana Crawforth-Hitchins deze eerste brievenwegers in"Hooper's Official Post Office Scale?" [7]. Van beide Hooper-ontwerpen zijn meerdere exemplaren geproduceerd.
Op 25 november 1839 werd het geregistreerd ontwerp nr. 109 voor een "Post Office Letter Weigher" toegekend aan Edmund Beckett Denison, zie Equilibrium 1997 nr. 2, pp 2122-2126, [8], en opnieuw op pagina 3856, van [7]. Er zijn geen exemplaren bekend.
Op 28 november 1839 werd Gabriel Riddle de derde Engelsman die een brievenweger-ontwerp voor drie jaar vastlegde met het geregistreerd ontwerp nr. 113, getiteld "Letter Weight". Deze brievenweger is de aanleiding voor dit artikel. Gabriel Riddle is de tweede Engelsman die daadwerkelijk brievenwegers maakt en verkoopt op basis van een geregistreerd ontwerp.
Op 5 december 1839 werd geregistreerd ontwerp nr. 120 toegekend aan William Lund voor een "Letter Weight" (balance) [8].
Kort daarna, op 6 december, werden geregistreerd ontwerp nr. 121 en op 10 december geregistreerd ontwerp nr. 124 [8] toegekend aan Gabriel Riddle, beide ontwerpen van een " Letter Weight", details over deze ontwerpen op naam van Riddle worden verderop in dit artikel gegeven.
Op 12 december 1839 werd geregistreerd ontwerp nr. 125 toegekend aan Abraham Follet Osler voor een "Letter Weight" (balance) [9].
Op 16 december 1839 werd geregistreerd ontwerp nr. 127 toegekend aan William Lund voor een "Letter Weight" (balance) [9].
Op 20 december 20 1839 werd geregistreerd ontwerp nr. 130 toegekend aan Henry Benjamin Wright voor een "Letter Weight" (balance) [11].
Op 27 december 27 1839 werd geregistreerd ontwerp nr. 152 toegekend aan Joseph Gillott en Thomas Walker voor een "Letter Balance" [11].
Op 30 december 1839 werd geregistreerd ontwerp nr. 153 toegekend aan Robert Rettie voor een "Letter Balance".
Op 6 januari 1840 werd geregistreerd ontwerp nr. 160 toegekend aan William Lund voor een "Letter Weight" (balance) [9].
Op 13 januari 1840 werd geregistreerd ontwerp nr. 170 toegekend aan Robert Walter Winfield voor een "Letter Weight" (balance) [11].
Op 27 januari 1840 werd geregistreerd ontwerp nr. 238 toegekend aan Simon King voor een "Letter Weight" (balance). Zie Mechanics' Magazine No. 860 van January 1840, de omslag en pp 306-308 [4]. Lees zeker het uitgebreide artikel getiteld: King's Commemorative Letter Balance, door Diana Crawforth-Hitchins in Equilibrium 2020 No. 3, pp 4723-4730 [10].
Op 13 februari 1840 werd geregistreerd ontwerp nr. 256 toegekend aan Charles Griffin voor een "Letter Balance". Equilibrium 1997 No. 2, page 2124 [8].
Op 28 februari 1840 werd geregistreerd ontwerp nr. 267 toegekend aan George Henry Bursill voor een "Letter Balance" [9].
Op 6 maart 1840 werd geregistreerd ontwerp nr. 277 toegekend aan George Henry Bursill voor een "Letter Balance" [9].
Op 16 maart 1840 werd geregistreerd ontwerp nr. 281 toegekend aan John en James McRae voor een "Letter Balance, thermometer en hydrometer" [11].
Op 30 maart 1840 werd geregistreerd ontwerp nr. 286 toegekend aan George Dacre voor een "Letter Balance" [11].
Op 19 mei 1840 werd geregistreerd ontwerp nr. 311 toegekend aan Frederick Gye voo een "Letter Balance", Equilibrium 1997 No 2, pp 2121-2122 [12].
Op 4 juni 1840 werd geregistreerd ontwerp nr. 321 toegekend aan Charles Griffin voor een "Weight Balance". Equilibrium 1997 No. 2, page 2126 [8].
Op 7 augustus 1840 werd geregistreerd ontwerp nr. 380 toegekend aan Henry Jackson voor een "Letter Balance" [11].
Fig. 3: Riddle's geregistreerde zelfinstellende briefbalans [14] |
Naast de drie geregistreerde ontwerpen voor brievenwegers (Letter weights) heeft Gabriel Riddle ook twee ontwerpen voor een muntbalans (coin scale) geregistreerd. Op 17 juni 1842 registreerde hij een draagbaar muntbalans (zakmuntweger) met geregistreerd ontwerp nr. 1312 en op dezelfde dag een geldbalans op standaard (coin scale) met geregistreerd ontwerp nr. 1313. Details over deze Riddle's muntbalansen vindt u verderop in dit artikel. | Fig. 4: Riddle's sich selbst justirende Briefwaage [15] |
het weekblad Mechanics' Magazine [13] van zaterdag 14 december 1839 (fig. 1). Zijn ontwerp werd positief in anderhalve kolom besproken. Riddle baseerde zijn ontwerp handig op de oude gebogen hefboombalans (fig. 2). Het is merkwaardig dat het weekblad drie ounces als weegbereik vermeldt, terwijl de tekening op de omslag en de figuur van het geregistreerde ontwerp zelf een weegbereik van vier ounces laat zien.
Volgens het artikel was destijds slechts één op de duizend brieven zwaarder dan een half ounce en één op de vijftigduizend zwaarder dan een ounce. Omgerekend komt dit op het volgende neer: van elke vijftigduizend brieven zijn er 49.950 lichter dan een half ounce, 49 brieven wegen tussen een half en een heel ounce en één brief per vijftigduizend brieven is zwaarder dan een ounce. Het bereik van drie ounces wordt daarom als ruim voldoende beschouwd.
Ook wordt Riddle's brievenweger volgens Reg. Ontwerp nr. 124 in het artikel genoemd. En ook een combinatie van zijn Patent Ever-pointed Pencil met een zakbrievenweger die geschikt is voor het wegen van een halve en van een hele ounce. Dat model is waarschijnlijk niet geregistreerd en heeft geen Reg. Ontwerpnummer. Ik ken geen voorbeeld van dat gecombineerde ontwerp van Riddle.
De Inventors' Advocate and Patentees' Recorder publiceerde op dezelfde zaterdag 14 december 1839 ook een lovende recensie met een afbeelding van de brievenweger op pagina 281 [14] (fig. 3).
In het Duitstalige tijdschrift Dingler's Polytechnisches Journal verscheen zelfs een vertaling van het Mechanics' Magazine artikel, ook met een afbeelding (fig. 4) [15].
De brievenwegers van Henry Hooper werden pas voor het eerst beschreven en getoond in Mechanics' Magazine nr. 867 van 21 maart 1840 op pagina 456 [16]
Fig. 5: de kwadrant brievenweger van George Edwards van 7 maart 1840 [17] |
Fig. 6: zelfinstellende brievenweger van J.B. van 18 januari 1840 [18] |
Fig. 7: Radcliffe's verbeterde zelfinstellende Metropost 14 maart 1840 [19] | Er waren een aantal leuke bijvangsten tijdens het zoeken naar informatie over Riddle. In Mechanics' Magazine nr. 865 van 7 maart 1840 [17] op pp 420-421 staat een brief gedateerd 30 januari 1840 van George Edwards die bij zijn kantoorboekhandel een Riddle brievenweger had besteld na de eerdere publicatie daarover in het tijdschrift van 14 december 1839. Omdat die brievenweger er nog steeds niet was afgeleverd, vond hij zelf een handige brievenweger uit met een parallellogram en een ivoren brievenplateau, staande op drie steunpunten, waarvan één steunpunt is uitgevoerd als stelschroef. Het frame en de voet zijn gemaakt van mahoniehout (fig. 5). Afgezien van de gebruikte materialen is dit al het ontwerp dat tot in de jaren zeventig op grote schaal werd nagebootst. |
Fig. 8: een vreemd gedeeltelijk gespiegelde Riddle naast een Alvey's brievenweger en onder een op kwik werkende brievenweger, 15 februari 1840 [22] |
Fig. 9: bedrijfskaart van Alvey's Stationery (bron: Diana Crawforth-Hitchins) |
In de Post Office Directory van 1847 op pp 353 [40] wordt Frederic Alvey op 128 London Road vermeld als kantoorboekhandel en ook als postkantoor-ontvangst-huis (receiving house). Een receiving house was een afgiftepunt voor brieven, die zes keer per dag op het hoofdpostkantoor werden afgeleverd. De receiving houses bevonden zich binnen een straal van vijf kilometer van het algemene postkantoor. In 1830 ontving het personeel van het receiving house een vast jaarsalaris van twee pond, en 1 cent voor elke tien aangenomen en doorgegeven brieven. Op het adres waren geen andere zaken toegestaan. In 1830 waren er 148 receiving houses in London City. Het is mij onduidelijk hoe streng er op andere bedrijfsactiviteiten werd gecontroleerd. |
Fig. 10: conische briefweegmachine van W. Scarfield Gray, 4 juli 1840 [23] Fig. 11: Dampier's patent geometrische balans [24] |
Fig. 12: advertentie voor Dampier's patent geometrische balans door exclusieve verkoper J.G. Hughes, 158 Strand, London [26] |
Fig. 13: Willis's patent briefbalans [27] Fig. 14: Shadvoll's verbeterde briefbalans [28] |
Zijn vader Gabriel Riddle (Senior) werd geboren op 29 september 1751 en stierf op 12 augustus 1827. Zijn moeder Kezia Duffield werd geboren op 31 maart 1766 en stierf in juli 1856. Ze trouwden op 23 december 1784 in Bures bij Sudbury. Gabriel Senior werkte onder meer als bakker, later als toeziend algemeen examinator voor accijnzen en later weer als accijnsambtenaar. Er waren acht kinderen in dit huwelijk, vier zonen en vier dochters. Hun eerste zoon is Gabriel Riddle (Junior); hij werd geboren op 7 februari 1786 in Ipswich, Suffolk (hij stierf in 1863). Dan op volgorde; dochter Kezia (geboren 1787); zoon William (geboren 1790); dochter Kezia Miles (geboren 1792, overleden 1801 op 9-jarige leeftijd); de tweelingzonen Edward & Robert (geboren 1795); dochter Ann Eliza (geboren 1798); en tenslotte dochter Maria (geboren 1807).
Gabriel Riddle (Junior) trouwde op 29 juni 1810 met Mary Anne Piper (haar ouders zijn Thomas en Elizabeth Piper). Mary Anne Piper overleed in november 1813, slechts 27 jaar oud, zij is dus waarschijnlijk ook in 1786 geboren. Uit dit huwelijk wordt één kind geboren: op 27 april 1811 dochter Mary Anne. Dit kind stierf in 1815, slechts 4 jaar oud.
Gabriel Riddle (Junior) hertrouwde op 24 mei 1819 in All Saints Church in Loughborough, Leicestershire, Engeland met Lucy Staveley (geboren 30 mei 1797, zij stierf waarschijnlijk in december 1870).
Uit dit huwelijk kwamen maar liefst tien kinderen (vier zonen en zes dochters); ze waren allemaal gedoopt in Anglicaanse kerken. In chronologische volgorde: dochter Lucy (geboren 1821, overleden 1846); dochter Kezia (geboren 1822, overleden 1900); dochter Anna Maria (geboren 1824, overleden 1887); zoon George (geboren 1826, overleden in mei 1838, 12 jaar oud); zoon William (geboren 1828, overleden 1907); dochter Emily (geboren 1830, overleden 1891); zoon Charles (geboren 1831, overleden 1901?); dochter Ella Elizabeth (geboren 1834, overleden in 1854, 20 jaar oud); dochter Alicia (geboren 1836, overleden 1907); en tenslotte zoon Staveley (geboren 1838, overleden 1908) [6] en [29].
William Riddle, de tweede zoon van Gabriel Junior, was betrokken bij de afwikkeling van het faillissement van zijn vader, zie de korte paragraaf verderop in dit artikel.
Londen telde destijds meer dan honderd livery companies (livreibedrijven), bestaande uit handelsverenigingen en gilden, en er waren nog steeds restrictieve vestigingsregels. Het is een wat ingewikkeld systeem voor mensen in 2023. Bezoek voor een uitgebreide uitleg [30]. Nadat je als leerling bent begonnen, kun je op verschillende manieren worden vrijgemaakt: door dienstbaarheid, door vaderlijk erfdeel, door afkoop en ook door hoffelijkheid. Gabriel Riddle werd vrijgemaakt in de gilde Stationers' Company, het was door vaderlijk erfdeel op 6 oktober 1818 [31], of was het door afkoop [32] in 1822? Het is niet echt eenduidig duidelijk. In ieder geval is hij toegelaten tot het gilde.
Fig. 15: de Westminster Tobacco Box (ontleend aan [33]) | Gabriel Riddle was waarschijnlijk een opzichter (overseer) van de St. John the Evangelist Church in de periode 1818 - 1819 [33]. (Ik heb de Past Overseers' Society gevraagd om er zeker van te worden dat het Gabriel Riddle Junior betreft en niet Gabriel Riddle Senior. Ik heb tot nu toe geen antwoord gekregen). Overseers of the Poor (opzichters van de armen) waren actief in het inzamelen van vooral geld voor de armen in hun eigen parochie. Sinds de Armenwet van 1601 werd deze belasting verplicht voor alle huisbewoners. Een Overseer werd per jaar aangesteld en werd niet betaald voor zijn werkzaamheden. In Westminster, Londen, werden de overseers geselecteerd door de vrederechters, in de parochie van St. Margaret's twee personen en in de parochie van St. John the Evangelist één persoon per jaar. |
Fig. 16: de naam Gabriel Riddle rechtsboven gegraveerd op een zilveren plaat (ontleend aan [33]) | In december 1837 verwoestte een brand zijn huis aan Blackfriars Road 172, maar de aangrenzende fabriek bleef gespaard. Riddle verklaarde dit in een advertentie om zijn klanten gerust te stellen (fig. 17). Fig. 17 Advertentie van Riddle in december 1837 om zijn klanten gerust te stellen. Een brand verwoestte zijn huis aan Blackfriars Road 172, maar de aangrenzende fabriek bleef gespaard. (in The Examiner 1837-1838, pp 813) In de Lijst van gouverneurs en functionarissen van het instituut voor de steun van de doofstomme kinderen van de armen van oktober 1817, opgericht in Londen in 1792, pp 151 [38], en ook in de Lijst van hetzelfde van mei 1821, op pp 154 [39], staat Gabriel Riddle Jun. Esq. van het Accijnskantoor vermeld als gouverneur voor het leven, wat betekent dat hij een donatie van 10 Guineas of meer aan het instituut heeft gedaan en daarmee stemrecht heeft verkregen. In januari 1838 werd Gabriel Riddle voorzitter van het instituut voor doofstommen. In 1861 trok Gabriel Riddle zich terug uit het bedrijfsleven en verhuisde naar Brighton.Gabriel Riddle stierf in december 1863 op 77-jarige leeftijd. Riddle's adressenRiddle als bakker op Abingdon St 17, London (1803, ook 1822);Riddle als kolenhandelaar op Millbank St 1, London (1811); Riddle als kolenhandelaar op Abingdon St 17, London (1820 ook 1823); Riddle als groothandelaar van luxe papierwaren, verkoop van Mordan pennen aan de handel op Paternoster Row 25 in Londen. Het is een straat vol uitgevers, boekverkopers en kantoorboekhandels. (november 1822 - tot de faillissementsveiling in 1847); Riddle gaat een partnerschap aan met Mordan op Castle Street 22, Finsbury, Londen (overeenkomst 1823-1836); Riddle op Blackfriars Road 172, London (1836 - tot de faillissementsveiling in 1848); Riddle als gepensioneerde, op Charlotte St 16, Brighton |
Riddle productenDeze opsomming is zeker niet compleet; in diverse afbeeldingen staan nog meer producten vermeld. Het geeft een indruk.- gepatenteerde smeedijzeren wielen in samenwerking met Piper en Jones; - gepatenteerde altijd puntige potlood; - universele penhouder; - kroon & diadeem vulpen inktpot (fig. 18); - duplex vulpen inktstel - een gecombineerd inktstel voor zwarte en rode inkt; - lood stiften; - zuivere Cumberland lood schrijf- en tekenpotloden; - penhouders; - ganzenveer en stalen pennen; - draaibare vulpen & dubbele inktstellen; - zelfinstellende brievenwegers; - muntbalansen; - gepatenteerde halfronde stopflessen; voor geuren, &c; - gepatenteerde vijf- en zevenvoudige zekerheidssloten &c volgens het Bramah en Barron patent-principe; - ijzeren kluizen; - brandwerende dozen; - Lareviere's gepatenteerde geperforeerde adreskaarten verkocht door Riddle & Co (maart 1834) en door Riddle & Meymott stationers (december 1834 en januari 1837); - broekriemen (oktober 1846). In de Post Office London Directory van 1847, op pp 942, wordt Gabriel Riddle nog steeds vermeld als een mechanicus & fabrikant van gepatenteerde altijd puntige potloden & lood, & diverse andere gepatenteerde & geregistreerde artikelen, op Blackfriars Road 172 [40]. |
Fig. 18: Victoriaans zilveren vergulde markieskroon gemonteerd op een groene glazen 'theeketel' sifon-inktpot gemaakt door Gabriel Riddle, London 1838 (Met dank aan David W.A. Buck / Steppes Hill Farm Antiques, Sittingbourne, Kent, Engeland) (collage gemaakt door Sol) |
Hun samenwerking als medicijnverkopers eindigde op 8 augustus 1811 [41], Ik weet niet wanneer deze samenwerking is begonnen. William Burridge was ook overseer (opzichter) bij St. John the Evangelist, in de volgende perioden: 1808-1809, 1810-1811 en 1834-1835. Misschien is daar het contact met Gabriel Riddle ontstaan.
Riddle & Piper & JonesThomas Piper, Gabriel Riddle en Theodore Jones waren partners in de firma Patent Wrought Iron Wheels Manufacturers, onder de naam Theodore Jones & Co. Ik heb niet gevonden wanneer dit bedrijf is begonnen. Op 14 februari 1839 werd het partnerschap met Jones ontbonden en werden alle schulden en verplichtingen betaald en afgewikkeld door Piper en Riddle [42]. Samen met Thomas Piper (zijn voormalige schoonvader? of zijn zwager?) heeft Gabriel Riddle het patent nr. 5415 uit 1826 op smeedijzeren wagenwielen gekocht van de oorspronkelijke uitvinder Theodore Jones. Dat patent had een looptijd van 14 jaar. Een verzoek om de looptijd van het patent "Een bepaalde verbetering of verbeteringen aan wielen voor rijtuigen" met 7 jaar te verlengen werd ingediend in april 1840 en verleend op 22 oktober 1840 onder nr. 8667, (fig. 19). De firma Theodore Jones and Co. Patent Iron Wheel Manufacturers werd op 25 december 1843 met wederzijds goedvinden ontbonden. Alle schulden, aansprakelijkheden en verplichtingen van het genoemde co-partnerschap zullen worden betaald en nagekomen, en alle schulden die daaruit voortvloeien zal worden ontvangen door Thomas Piper, dit werd overeengekomen op 21 april 1845 [43]. |
Fig. 19: toekenning van een verlenging met 7 jaar aan Gabriel Riddle en Thomas Piper voor een uitvinding voor "Een bepaalde verbetering of verbeteringen aan wielen voor rijtuigen" onmiddellijk te berekenen vanaf 11 oktober. Verleend op 22 oktober 1840 onder nr. 8667 (in Titles of patents of inventions, chronologically arranged by Bennet Woodcroft 1854, pp 1125) |
Sampson Mordan (geboren 1790) was een uitstekende leerling en later assistent van de mechanicus John Bramah (1748-1814), een uitvinder van onder andere gepatenteerde sloten. In 1815 startte Mordan zijn eigen bedrijf.
Het eerste patent voor een mechanisch navulbaar potlood van metaal met uitschuifmechanisme - beter bekend als het altijd puntige potlood (ever-pointed pencil) - werd verleend aan Sampson Mordan en John Isaac Hawkins in Groot-Brittannië, en op 20 december 1822 gepubliceerd als Brits patent nr. 4742 [44], [45], [46]. John Isaac Hawkins (1772-1855) was een Engelse werktuigbouwkundig ingenieur, ondernemer, uitvinder en patentagent - een zeer creatief persoon in zijn tijd [47]. Nadat hij de patentrechten van Hawkins had uitgekocht, begon Mordan op 9 juni 1823 als kleine arbeider met zijn eerste merk SM [48]. Mordan had grote plannen, maar niet genoeg geld.
Een jaar later ging hij een partnerschap aan met de welvarende kantoorboekhandelaar Gabriel Riddle, die als zodanig woonde en werkte op Paternoster Row 25, Londen.
Volgens Kenneth Bull [49], kocht Mordan het alleenrecht op het patent van Hawkins in 1823 voor £450, te betalen in termijnen. Direct daarna verkocht Mordan de helft van het recht op de mogelijke winst aan de rijke kantoorboekhandelaar Gabriel Riddle, Mordan had het geld nodig om het patent verder te exploiteren en daarvoor was het noodzakelijk om het bedrijf uit te breiden.
Gabriel Riddle zou geld hebben geleend van zijn rijke boeren schoonouders Staveley, om Mordan in staat te stellen de patentrechten op het vulpotlood met uitschuifmechanisme van Hawkins te kopen voor £400, op voorwaarde van zijn deelname in Mordan's bedrijf. In het testament van Christopher Staveley van 12 november 1819 [50] staat vermeld dat zijn dochter Lucy (dat is de vrouw van Gabriel Riddle) al een voorschot van £300 op haar erfenis heeft ontvangen. Misschien als huwelijkscadeau?
In 1861 schreef William Riddle, een zoon van Gabriel Riddle, in een brief aan "The Builder" [51] dat het bedrijf S. Mordan & Co werd opgericht met het geld van zijn vader.
Op 30 april 1824 ontvingen Mordan en Riddle als plaatwerkers het zilverkeurmerk SM·GR (de initialen van Sampson Mordan en Gabriel Riddle) [48]. In Grimwade [52] op pagina 284 onjuist vermeld als SM·GB (fig. 20). Het Mordan-potlood werd vervolgens verkocht onder het merk SM·GR. Het bedrijfsadres was 22 Castle Street, Finsbury in Londen. Ze vervaardigden hun ever-pointed-potloden in een uitgebreid assortiment, in zilver en goud. En andere schrijf- en schrijfwaren, en bijvoorbeeld ook Bramah-sloten. In 1833 hadden ze 50 arbeiders in dienst bij de productie van onder andere de ever-pointed-potloden in hun werkplaatsen. Het partnerschap tussen Mordan en Riddle duurde van 1823 tot 1836.
Er waren volgens verslagen van Old Bailey-processen verschillende gevallen van diefstal bij Mordan & Riddle. In 1825 werd bijvoorbeeld een achttienjarige arbeider veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf wegens het stelen van 2 ounces zilver. In 1826 werd een vijftienjarige loopjongen van de firma Mordan & Riddle veroordeeld tot transport (naar Australië?) gedurende 14 jaar wegens de diefstal van negen zilveren pennenbakjes en negen altijd puntige potloden met een totale waarde van ruim £22.
Einde van de samenwerking tussen Mordan & RiddleVolgens een mededeling van Gabriel Riddle van 16 januari 1837, gedaan in een advertentie in The London Gazette van 17 januari 1837 op pp126, werd de in oktober 1823 gesloten overeenkomst tussen Riddle en Mordan op 20 december 1836 beëindigd. [53] (fig. 21). |
Fig. 21: aankondiging gedaan door Riddle waarin wordt verklaard dat de samenwerking tussen Riddle en Mordan is beëindigd [53] Fig. 22: Riddle bedankt zijn vrienden en het grote publiek voor de aanmoediging die het bedrijf ontving (in het tijdschrift The British Critic, quarterly theological review and ecclesiastical record, Vol. XLII, april 1837, pp 8) |
Tot eind december 1836 was Gabriel Riddle actief als kantoorboekhandel op Paternoster Row 25, nu begon hij, weer zonder partner, met de productie van Patent & Andere Items op het nieuwe adres Blackfriars Road 172 (afb. 23) onder de bedrijfsnaam G. Riddle. Dit duurde tot de onverwachte gedwongen verkoop van zijn bedrijven en bezittingen in 1847. Opvallend is dat beide heren na het beëindigen van hun overeenkomst de eigendomsrechten op de tot dan toe geproduceerde producten behielden. Terugkijkend was Mordan veel inventiever en creatiever in het ontwikkelen en produceren van nieuwe producten dan Riddle. Mordan was ook beter vanuit zakelijk perspectief gezien.
Fig. 25: Riddle bedankt voor de steun en adverteert onder zijn eigen firmanaam met negen producten ([54] |
Fig. 26 advertentie met een opsomming van Riddle producten [55] Fig. 27: Riddle's spiraalvormig aangedreven gepatenteerde altijd-puntige potloden, met recensies uit de pers, en zijn zuivere Cumberland loodstiften [58] |
Ze staan als zodanig vermeld op Paternoster Row 25, in London Robson's Street Directory in 1832, en hetzelfde in London Robson's Street Directory 1842. [59]. Mij is onbekend gebleven wie deze Barfoot is; de activiteit vermeldde dat ze schrijfinktmakers zijn. Let op: de naam Meymot staat met één t. Misschien een drukfout?
Deze William Meymott begon in april 1812 als nieuwe leerling bij Meester Joseph Barfoot, een Co Stationer. Meymotts vader betaalde hiervoor een obligatiewaarde van £157.10. In mei 1819 werd William Meymott door dienstbaarheid een new freeman (nieuwe vrije man) en kreeg hij de status van Co Stationer.
Vermoedelijk had Riddle gezocht naar een nieuwe partner met geld om na het einde van de periode met Mordan de schrijf- en kantoorbenodigdheden te kunnen blijven produceren. Meymott werd deze nieuwe partner. Het gesloten contract bleek later te leiden tot de onvermijdelijke ondergang van het bedrijf van Riddle.
Ze verkopen Lariviere's gepatenteerde geperforeerde kanten adreskaartjes (volgens advertenties al in december 1834, en ook januari 1837).
Vanaf 1836 is er een officieel contract met William Meymott (dit volgens Meymott's testament uit 1842).
Vanaf 14 mei 1838 waren Riddle & Meymott verzekerd als boekverkopers & kooplieden.
Riddle & Meymott verkopen Plowman's draagbaar brievenkopieerapparaat (Advertentie 2 mei 1840) [60].
In september 1842 maakte Meymott zijn testament op. Hij is dan 44 jaar oud.
1842 Riddle & Meymott wordt genoemd als kantoorboekhandel [59].
1845 Riddle & Meymott wordt genoemd als groothandel in kantoorbenodigdheden.
William Meymott stierf in augustus 1846.
In september 1846 werd Meymott's aandeel in het bedrijf Riddle & Meymott bepaald en verkocht in overeenstemming met het testament en in overeenstemming met het contract van 1836. Onmiddellijk moet £200 worden betaald aan zijn weduwe Theresa Sarah Meymott. Dit was dramatisch, ook voor Riddle en het bedrijf.
Deze plotselinge behoefte om veel geld beschikbaar te maken, bracht het bedrijf van Riddle in ernstige financiële problemen. Gabriel Riddle werd gedwongen zijn bezittingen stap voor stap te verkopen.
William Leschallas & Alfred Rodriques, Wholesale Stationers kregen op 16 januari 1847 contractueel de opdracht van Gabriel Riddle, Paternoster Row 25, om op te treden ten gunste van de schuldeisers van de firma Riddle & Meymott. Riddle heeft al zijn bezittingen, zowel onroerende als roerende, toegekend en toegewezen. Dit werd bevestigd en vastgelegd in een akte van cessie door de advocaat van de curatoren op 18 januari 1847 [61] (fig. 28).
In februari 1847 werd de voorraad van Riddle & Meymott namens de curatoren geveild, onder meer de ijzeren walsen voor het maken van marokijnpapier en decoratieve gouden randen, een partij pennen en potloden, inkt, pakken papier, papier-maché artikelen, sloten, &c., zie de veilingadvertentie [62] (fig. 29).
Paternoster Row 25 werd eveneens met onmiddellijke oplevering geveild, een woonhuis met de winkel met twee ramen en de bedrijfspanden die door Riddle & Meymott werden gebruikt.
In oktober 1847 gaf Gabriel Riddle de volledige voorraad, gereedschappen, handelsinstrumenten, armaturen, machines, schulden, en rekeningen van Gabriel Riddle, geld en persoonlijke bezittingen ten behoeve van zijn schuldeisers in vertrouwen aan Thomas Piper de jongere (zijn voormalige zwager) en William Riddle van het accijnskantoor. [63] (fig. 30).
Fig. 28: bevestiging Riddle heeft alle eigendommen, onroerend en persoonlijk, toegekend en overgedragen aan twee curatoren, ten gunste van de schuldeisers van de firma Riddle & Meymott, vastgelegd in een akte van cessie [61] |
Fig. 29 verkoopveiling per opbod van de voorraad van Riddle & Meymott, in opdracht van de curatoren op 1-3 maart 1847 [62] |
Fig. 30: kennisgeving dat Gabriel Riddle door middel van een contract alle voorraden & persoonlijke bezittingen, et cetera aan Thomas Piper en William Riddle heeft toegekend en overgedragen - zie de samenvatting hierboven - ten behoeve van de schuldeisers van Gabriel Riddle [63] |
In The Post Office London Directory uit 1847 staat Riddle & Meymott op pagina 428 nog steeds vermeld als groothandel in kantoorbenodigdheden [40].
In februari 1848 werd namens de curatoren op 15 maart 1848 een veiling aangekondigd van de fabriek en het huis en wat er nog op het adres Blackfriars Road 172 stond [64]. Het betreft hier het nog niet verlopen gebruiksrecht voor een periode van tien jaar tegen een redelijke huurprijs. De koper wordt in de gelegenheid gesteld de machines en installaties na taxatie over te nemen (fig. 31).
Op dezelfde dag (15 maart 1848) en de twee daaropvolgende dagen werd in opdracht van de curatoren ook een veiling van de handelsvoorraad van Gabriel Riddle aangekondigd [64]. Deze bestond uit 2.500 gouden en zilveren altijd-puntige potloden, doosjes met loodschrijfstiften, 100 gouden en zilveren snuifdoosjes, 140 wasstempels met prachtige patronen, 400 zilveren patentpenhouders ingelegd met zilver en goud, 80.000 draagbare ganzenveerpennen, ongeveer 2.000 glazen geur- en parfumflesjes, in een grote verscheidenheid aan patronen en kleuren, sommige met zilveren en gouden rand en dop. 1000 glazen inktstellen, gouden en zilveren tandenstokers, brieven- en muntbalansen, 600 gros stalen pennen, 250 gros cederpotloden en een grote verscheidenheid aan andere artikelen (fig. 32). Helaas ontbreekt het aantal in deze opsomming bij de brieven- en muntbalansen.
In mei 1848 veilden de curatoren de voorraad van allerlei sloten, waaronder Bramah-sloten.
Op 9 juni 1848 werd een tweede deel van de oorspronkelijke handelsvoorraad geveild, opnieuw worden brieven- en muntbalansen vermeld. [65] (fig. 33)
Fig. 31: aankondiging van een veiling op 15 maart 1848 van de fabriek en het huis en wat er nog over is op het adres Blackfriars Road 172 [64] |
Fig. 32: aankondiging van een veiling op 15 maart 1848 van de vervaardigde voorraad en een grote verscheidenheid aan andere artikelen, waaronder een onbepaald aantal brieven- en muntenbalansen [64] |
Fig. 33: aankondiging van een veiling op 9 juni 1848 van het tweede deel van de gemaakte handelsvoorraad van de heer G. Riddle [65] |
Op 19 juni 1848 was er een veiling van Riddle's machines en gereedschappen voor de productie van sloten, de gepatenteerde altijdpuntige potloden, potloden en cederpotloden, tevens een grote voorraad sloten en dergelijke, sleutelsnijmachine, machine voor het snijden de slotenkasten, elf ijzeren schroefpersen, draaibanken, een motoraangedreven draaibank met een bed van 11 inches lang, 18 draaibanken variërend van 3-6 inches, walsmachine, 2 draaibanken met rozetmotor en klauwplaten (zie Wikipedia voor uitleg), damastmachine, 2 zaagmachines voor metalen buizen, 2 trekbanken, afrondmachine voor cederpotloden, groot vliegwiel met wrijvingsrollen, patronen voor vliegwielen, glassnij- en polijstbanken, en gebruikelijke gereedschappen en apparaten voor elke afdeling, & et cetera.
[66] (fig. 34). |
Fig. 34: aankondiging van een veiling op 19 juni 1848 van G. Riddle's sloten en universele machines en gereedschappen et cetera, op het adres Blackfriars Road 172 [66] |
Fig. 35: aankondiging van veilingen op 20 en 21 juni 1848 van de voorraad van alle soorten sloten, waaronder Bramah-sloten [67] |
William Riddle, Gabriel's tweede zoon, heeft verschillende patenten op zijn naam staan. Op 21 december 1848 verkreeg hij een nogal opvallend patent met GB12383 op "Verbeteringen in de constructie van altijd puntige potloden, schrijf- en tekeninstrumenten, en in inktstellen of inkthouders" [68]. Waarschijnlijk werd hij geholpen door zijn vader. Volgens [49] William exploiteerde het patent niet zelf; hij droeg de octrooirechten snel over aan William Lund.
William verkreeg in 1858 een patent voor een hooibalenbindmachine. In 1869 verkreeg hij ook een Amerikaans patent US93555 met de titel "Packing-Device" voor het binden van katoenbalen. In 1862 een patent op een hydraulische of anderszins werkende persmachine voor katoen en andere vezels. In 1864 werd een patent verleend om gebouwen en andere constructies brandveiliger te maken.
William Riddle heeft ook verschillende geregistreerde ontwerpen op zijn naam staan. In 1848 geregistreerd ontwerp nr. 1427 voor een folioclip; in 1848 geregistreerd ontwerp nr. 1435; voor een etiketdemper; in 1848 geregistreerd ontwerp nr. 1436 voor een voetenbad; in 1849 geregistreerd ontwerp nr. 1749 voor een draagfles voor wijn; in 1849 geregistreerd ontwerp nr. 1766 voor een gasbrander met ingebouwde ontsteker; in 1850 geregistreerd ontwerp nr. 2554 voor een klink- en boutverbinding; in 1851 geregistreerd ontwerp nr. 90 voor een hoedenpin.
Op de Grote Tentoonstelling van 1851 in Londen presenteert William Riddle een stoombrandblusser voor stoomschepen. Blijkbaar was William Riddle inventief en zeker ondernemend.
Er zijn maar heel weinig Riddle-brievenwegers te vinden. Ik heb alleen verschillende voorbeelden gezien van dit nr. 113 brievenwegerontwerp. Er zijn versies in drie weegbereiken: twee, drie en vier ounces. een advertentie in the Derby Mercury van 20 mei 1840 [69] luidt: |
Fig. 36: advertentie voor de zelfinstellende brievenwegers van G. Riddle in drie bereiken, namelijk voor een gewicht van een kwart ounce tot 2 ounce, tot 4 ounce, of tot 16 ounce!! [69] |
Fig. 37: tekening van Riddle's geregistreerde ontwerp nr. 113 van 28 november 28 1839, 4 ounces per ¼ oz. capaciteit, de maateenheid ontbreekt (bron: Diana Crawforth-Hitchins) |
Fig. 38: zwarte brievenweger nr. 113 met verzilverde maatschaal capaciteit 4 ounces per ¼ oz, de maateenheid ontbreekt (privé collectie) |
Fig. 39: brievenweger nr. 113, geheel verguld en floraal gegraveerd, het geregistreerde ontwerpnummer en de datum ontbreken, ook geen kroon en G. Riddle London tekst op het contragewicht, 4 ounces per ¼ oz capaciteit, de maateenheid ontbreekt (privé collectie) |
Fig. 40: brievenweger nr. 113 in glanzend messing met een afwijkende maatschaal (collectie Carol Hayden) De maatschalen zijn onderverdeeld per kwart ounce. De maatschaal van de Riddle van Hayden wijkt hiervan af, naast strepen per ½ oz heeft deze ook een streep voor ⅓ oz en voor ⅔ oz. |
Fig. 41: de afwijkende maatschaal, 4 ounces per ½ oz. capaciteit en extra strepen voor ⅓ oz en ⅔ oz, de maateenheid staat aangegeven, en ook de bijbehorende posttarieven in pence (collectie Carol Hayden) Fig. 42: deze maatschaal van een brievenweger gemaakt door Marion & Co lijkt sterk op de maatschaal op bovenstaande fig. 41, die zo te zien langs de bovenste booglijn is ingekort, het bevestigingsgat van de Marion brievenweger is zo weg en het geheel oogt beter. (fotobron: het internet) |
Op de voorkant van de meeste contragewichten bevindt zich een kroon. Daarboven de naam G. RIDDLE en daaronder de plaatsnaam LONDON (afb. 44). De gebogen contragewichtarm draagt het geregistreerde ontwerpnummer 113 en de datumafkorting nov.r 28 1839, afgegeven aan Gabriel Riddle uit Londen (afb. 45).
De vergulde versie is uitgebreid versierd met bloemen en bladeren en heeft daardoor geen kroon en teksten op het contragewicht. Ook staat er geen tekst op de gebogen contragewichtarm. Bij het zwart gemaakte exemplaar is de tekst wel duidelijk leesbaar in het wit op de contragewichtarm.
Het vier ounces-model is 190 millimeter hoog, de basisdiameter is 72 mm, de maatschaalbreedte is 95 mm en de diameter van het contragewicht is 28 mm. De Riddle weger van Carol Hayden is door de afwijkende maatschaal 203 mm hoog.
Fig. 43: het kleine uitsteeksel centraal aan de achterkant van het contragewicht fungeert als stopknop (Sol collectie) |
Fig. 44: een kroon op de voorkant van verschillende contragewichten, en daarboven de naam G. RIDDLE en daaronder de plaatsnaam LONDON (Met dank aan Tennants Auctioneers, North Yorkshire, Engeland) | Fig. 45: de gebogen contragewichtarm heeft het geregistreerde ontwerpnummer 113 en de datumafkorting Nov.R 28 1839 (Sol collectie) |
Een Riddle met een bereik van drie ounces (afb. 46) is eigendom van Gregg Motter. Er blijkt dus toch een Riddle brievenweger met een weegbereik van drie ounces te bestaan! De maatschaal van deze messing brievenweger was ooit verzilverd, sporen hiervan zijn nog net te zien. De afmetingen van deze weegschaal zijn gelijk aan die van 4oz uit een privécollectie. |
Fig. 46: Riddle brievenweger nr. 113 met een capaciteit van 3 ounces (collectie Gregg Motter) |
Fig. 47: Riddle brievenweger nr. 113 met een capaciteit van 2 ounces (Sol collectie) |
Fig. 48: Riddle brievenweger nr. 113 met ivoren maatschaal en een capaciteit van twee ounces (fotobron: het internet) |
Fig. 49: G. Riddle brievenweger nr. 113 geheel van glanzend messing, weegbereik twee ounces (Met dank aan Tennants Auctioneers, North Yorkshire, Engeland) |
De twee ounce Riddle is te zien in drie verschillende versies, zie (fig. 47 - Sol), (fig. 48 - ivoor) en (fig. 49 - Tennants). De brievenweger is gemaakt van donker gepatineerd messing en heeft een ivoorkleurige of donker gepatineerde meetschaal, of de brievenweger is geheel van glanzend messing. Het twee ounces-model is 129 millimeter hoog, de basisdiameter is 49 mm, de maatschaalbreedte is 63 mm en de diameter van het contragewicht is 26 mm. de Sol-kopie heeft alleen een kroon op de voorkant van het contragewicht op een horizontaal gestreepte achtergrond. Het model van deze kroon wijkt af van de kronen op de overige wegers. Op het SOL-exemplaar ontbreken de teksten G. RIDDLE en LONDON (afb. 50). Wellicht is deze kopie door iemand anders gemaakt met onderdelen uit de verkochte boedel? Het blijft een gok. Meerdere schaaldelen zijn met schroefdraad met elkaar verbonden (fig. 51).
Fig. 50: dit contragewicht heeft een andere kroon en niet de naam G.RIDDLE en de plaatsnaam LONDON (collectie Sol) |
Fig. 51: deze Riddle brievenweger heeft verschillende onderdelen die met schroefdraad met elkaar verbonden worden (Sol collectie) |
De aanwijzers zijn een opvallend onderdeel. Beide weegschalen uit een privécollectie hebben een aanwijzer die lijkt op die op de tekening van het geregistreerde ontwerp. De Gregg Motter-weger, de Carol Hayden-weger en de ivoren wegerversie hebben allemaal een merkwaardig te korte aanwijzer. De Riddle brievenweger van Tennants heeft een aanwijzer met een eenvoudige vorm en een correcte lengte. De aanwijzer op de kopie van Sol heeft dezelfde eenvoudige vorm, maar is een fractie te lang.
De onderkanten van de wegervoet verschillen, van ruw gegoten messing oppervlak tot glad op een draaibank gedraaid oppervlak. Alle buitenranden zijn glad. Aan de onderkant van de zwarte brievenweger van de privécollectie bevinden zich puntmarkeringen. De Gregg Motter-weger heeft de letter M en tevens XX als markering op de onderrand. De vergulde Riddle, de Riddle van Carol Hayden en de Riddle van Sol hebben geen bodemmarkeringen. De staander vormt één geheel met de wegervoet bij de brievenwegers van de privécollectie, van Hayden en van Motter. De uitzondering is de Riddle-weger van Sol, die een schroefdraadverbinding heeft tussen de wegervoet en de staander.
Fig. 52: G. Riddle kondigt aan dat de eerste levering over een paar dagen zal plaatsvinden in een advertentie op 11 december 1839 [70] |
Fig. 53 advertentie in december 1839 waarin bekend wordt gemaakt dat de brievenwegers van Mordan en Hooper vanaf nu te leverbaar zijn [71] |
Fig. 54: G. Riddle's zelfinstellende brievenweger "vanwege de nauwkeurigheid en duidelijkheid van aanduiding, de beste brievenweger die tot nu toe is geproduceerd," [72] |
Een advertentie in The Morning Herald van 11 december 1839 [70] kondigt " aan dat de eerste levering over een paar dagen zal plaatsvinden en dat alle orders in volgorde van ontvangst zullen worden uitgevoerd. Het publiek wordt respectvol verzocht om de handel voldoende tijd te gunnen om hun orders uit te voeren, en G. Riddle smeekt hieraan toe te voegen dat de uiterste inspanningen zullen worden geleverd om zo snel mogelijk te voldoen aan de ongeëvenaarde vraag die is ontstaan." (fig. 52). Dit lijkt een mededeling te zijn dat de daadwerkelijke levering voorlopig niet doorgaat. Volgens een advertentie in The Suffolk Chronicle van 14 december 1839 [71], zijn brievenwegers van Mordan en Hooper al beschikbaar (fig. 53). Een advertentie in British Books uit januari 1840 [72] kondigt aan: nieuwe portokosten. G. Riddle's zelfinstellende brievenweger geregistreerd (nr. 113)..."voor nauwkeurigheid en duidelijkheid van aanduiding, de beste brievenweger die tot nu toe is geproduceerd", is nu verkrijgbaar bij de gebruikelijke verkopers, in stad en land, van G. Riddle's gepatenteerde altijd-puntige potloden, universele penhouders, et cetera, et cetera. (fig. 54).
Volgens een advertentie in The Leeds Times van 7 maart 1840 [73] kan de Riddle brievenweger nu worden gekocht - Eindelijk! - bij kantoorboekhandels en boekhandels voor 14s en 6d (fig. 55). Misschien was dit de prijs voor de luxe vergulde versie? Ter vergelijking: de goedkoopste Hooper volgens geregistreerd ontwerp nr. 1 met een eenvoudige stalen brievenklem kost 3 shilling en 6d, de duurste versie op staander met een scharnierende bladveer brievenklem kost 10 shilling en 6d. De eenvoudigere brievenweger van Hooper volgens geregistreerd ontwerp nr. 68 kost 1 shilling en 9d, een luxere versie met de gemakkelijker te bedienen scharnierende brievenclip kost 2 shilling en 6d [7] en [74]. De verkoop van deze Riddle brievenweger startte ergens in maart 1840. Een advertentie waarin brievenbalansen van Mordan, Riddle en Hooper worden aangeboden tegen prijzen variërend van 2 tot 21 s per stuk, verscheen in de Lincoln Chronicle van 13 maart 1840. (fig. 56) [75]. Ik heb geen andere advertentie gevonden waarin de Riddle brievenweger of brievenbalans voorkomt. |
Fig. 55: advertentie op 7 maart 1840, de Riddle brievenweger kan nu worden gekocht bij kantoorboekhandels en boekwinkels voor 14s en 6d [73] |
Fig. 56: advertentie waarin Mordan, Riddle, en Hooper brievenwegers worden aangeboden voorprijzen variërend van 2s tot 21s per stuk [75] |
Riddle werd als fabrikant van brievenwegers voor het laatst vermeld in de London Street Directory van 1843. De aankondiging van de veilingverkoop van de voorraad op Blackfriars Road 172 in februari 1848 vermeldt brievenwegers en muntwegers. In de advertentie wordt niet vermeld hoeveel exemplaren er nog op voorraad zijn.
De hoogte van de gevonden verkoopprijs verklaart waarschijnlijk deels waarom Riddle brievenwegers zelfs aanzienlijk zeldzamer zijn dan Hooper brievenwegers. Het kleine aantal advertenties voor de Riddle brievenweger kan een andere oorzaak zijn voor de zeldzaamheid. Het feit dat Hooper en Mordan maanden eerder konden leveren, hielp ook niet. Ook de korte productieperiode, van 1840 tot waarschijnlijk 1843, draagt bij aan de zeldzaamheid.
Dit is een prachtig ontwerp voor een brievenweger (fig. 57). Bovenaan de vaste ronde staander bevindt zich een kelk met daaraan een vleugeldeel van een vogel. De maatschaal is bevestigd tussen het vleugeluiteinde en het midden van de staander. Het bewegende deel van de brievenweger bestaat uit de nek en de kop van een griffioen, een mythische vogel. Hieraan is de wijzerarm met het contragewicht bevestigd. De arm met het contragewicht beweegt achter de maatschaal. De wijzerpijl is met een slangenhuidachtig deel verbonden met de wijzerarm en beweegt voor de schaalverdeling. De griffioen heeft een tweekoppige slang in zijn bek; dit onderdeel vormt de brievenhouder. Het contragewicht heeft een kroon en · G. Riddle · LONDON eromheen. De maatschaal toont opnieuw de naam G.RIDDLE en het nummer 121 plus de datum 6 december 1839 van het geregistreerde ontwerp. De maatschaal van drie ounces is per ¼ ounce onderverdeeld. Helaas is deze brievenweger waarschijnlijk nooit gemaakt. |
Fig. 57: de G. Riddle brievenweger volgens geregistreerd ontwerp nr. 121 van 6 december 1839, capaciteit drie ounces, per ¼ ounce onderverdeeld (bron: Diana Crawforth-Hitchins) |
Fig. 58: de onbelaste G. Riddle brievenweger volgens geregistreerd ontwerp nr. 124 van 10 december 1839. de schaalwaarden zijn 0, 4D, 8D, 16D, 24D and 32D, voor de briefgewichten van 0, tot ½oz, tot 1oz, tot 2oz, tot 3oz en tot 4oz. (bron: Diana Crawforth-Hitchins) |
Fig. 59 de Riddle brievenweger volgens geregistreerd ontwerp nr. 124, gestippeld in beladen toestand, dan worden op links de conische gewichten uit de cilindervormige container getild. (bron: Diana Crawforth-Hitchins) |
Dit is een gelijkarmige balans met bovenop de staander een boog waarop zich de maatschaal bevindt (afb. 58 en afb. 59). De schaalwaarden zijn 0, 4D, 8D, 16D, 24D en 32D. Dit is het brievenposttarief vlak vóór de Penny Post in de korte periode van 5 december 1839 tot en met 10 januari 1840 voor de brievenpostgewichten 0, ½oz, 1oz, 2oz, 3oz en 4oz. Rechts hangt een brievenhouder scharnierend aan de balansarm. Links staat een set conische gewichten in een cilindervormige container. Naarmate het briefgewicht toeneemt, worden meer van die kegelvormige gewichten opgetild door de draad waarmee ze verbonden zijn en die verbonden is met de balansarm aan de linkerkant. De gebruiker leest direct het benodigde posttarief af op de maatschaal. Waarschijnlijk is deze brievenweger ook nooit geproduceerd.
Fig. 60: G. Riddle muntweger volgens geregistreerd ontwerp nr. 1312 van17 juni 1842. het is een gelijkarmige balans met een schuifje. Bij testen van een hele sovereign dient de hele opbergkoker als contragewicht; de opbergkoker zonder de dop wordt gebruikt om een halve sovereign te testen. (bron: Diana Crawforth-Hitchins) |
Dit is een opvouwbare muntweger die in een koker past en bijvoorbeeld in een vest- of broekzak kan worden gedragen (fig. 60). Het is een gelijkarmige balans met een schuifje aan de rechterkant en een schaal van 1 tot 6, in welke eenheid is niet echt duidelijk, waarschijnlijk in grains (1gr = 0,065 gram). Bij het testen van een hele sovereign dient de hele opslagbuis als tegengewicht; de buis zonder dop wordt gebruikt bij het testen van een halve sovereign. Een sovereign weegt 7,98805 gram. Ik heb slechts één exemplaar van Riddle gezien, het werd in 2003 bij Skinner Auctions verkocht [76]. |
Fig. 61: brievenweger zonder schuifje van Mordan & Co, met de dop bevestigd aan de haak goed voor ¼oz. Met de dop samen met de koker goed voor ½oz. Deze waarden staan gegraveerd in de kokerdelen. (collage door Sol van foto's gehaald van het internet) |
Fig. 62: de Riddle muntweger volgens geregistreerd ontwerp nr. 1313 van 17 juni 1842 volgens Sheppard & Musham [77], met een maatschaal voor een halve en een maatschaal voor een hele sovereign. (bron: Diana Crawforth-Hitchins) |
Dit is een slinger muntweger op een staander. Volgens de illustratie in Sheppard & Musham [77] (fig. 62), is de ivoren maatschaal verdeeld per halve grain, een totaal zes grains. Aan de linkerkant van de weegschaalarm bevindt zich een houder voor de contragewichten. De sovereign of de halve sovereign munt die op gewicht moet worden gecontroleerd, wordt op de schaal geplaatst die aan de rechter schaalarm hangt. In de afbeelding van het geregistreerde ontwerp is de maatschaal verdeeld in zes stappen van 20 tot 19 voor de hele sovereign, respectievelijk van 10 tot 9 voor de halve sovereign. De aangegeven schaalwaarden lijken mij niet correct. Op de tekening van het geregistreerde ontwerp (afb. 63) zijn twee houders te zien voor de controlegewichten van een halve en een hele sovereign. Deze houders ontbreken op de afbeelding in Sheppard & Musham. De muntweger is 12,7 cm (5 inch) hoog. Volgens Sheppard & Musham is de muntweger gemerkt met G. Riddle LONDON. 17 JUNI 1843. Nr. 1313. Het is niet duidelijk waar deze markering zich bevindt. Dat jaartal klopt trouwens niet, het zou 1842 moeten zijn. |
Fig. 63: tekening van de Riddle muntweger volgens geregistreerd ontwerp nr. 1313 ook van 17 juni 1842. Met twee houders om de controlegewichten van een halve en van een hele sovereign in te bewaren. (bron: Diana Crawforth-Hitchins) |
De brievenwegers volgens geregistreerd ontwerp nr. 113 van Gabriel Riddle zijn zeldzaam. De verschillen zijn opvallend. Brievenwegers waren waarschijnlijk een bijproduct van Riddle, waarvan de productie nooit goed op gang kwam. De relatief hoge verkoopprijs van 14 shilling en 6 pence (in maart 1840) zal een belangrijke reden zijn voor de zeldzaamheid ervan. Andere redenen zijn dat de concurrentie een voorsprong had en maanden eerder op de markt was. Riddle heeft heel weinig advertenties geplaatst om zijn brievenweger te promoten. Ook de vrij korte productieperiode van 1840 tot waarschijnlijk 1843 draagt bij aan de zeldzaamheid.
Van de andere twee geregistreerde ontwerpen brievenwegers van Riddle zijn helaas geen exemplaren gevonden. Pennen, potloden, inktsteltjes, parfumflesjes en dergelijke waren en bleven de belangrijkste Riddle-producten.
Zijn voormalige partner Sampson Mordan had veel meer succes met zijn brievenwegers. Zijn balansen hebben een kenmerkende stijl en een zeer solide ontwerp. Mordan balansen zijn qua details zeer gevarieerd, het aanbod varieert van serieproducten tot zeer luxe unieke exemplaren. Mordan en Hooper waren met hun brievenwegers een paar maanden eerder dan Riddle op de markt.
In de beginjaren van de Uniform Penny Post werden veel ontwerpen voor een brievenweger bedacht, maar weinig ontwerpen waren voldoende rijp om fabrieksmatig geproduceerd te worden. Voor sommige ontwerpen, zoals Radcliffe's Metropost, is dit heel jammer.
Bij het voorbereiden van dit artikel kreeg ik de medewerking en hulp van ISASC-leden Carol Hayden, Gregg Motter, en vooral Diana Crawforth-Hitchins. Diana stuurde mij haar uitgebreide gegevensverzameling over Gabriel Riddle, hielp mij aan de afbeeldingen van de geregistreerde modellen, deed suggesties en verduidelijkte typisch Engelse feiten. Ik bedank hen en vooral Diana Crawforth-Hitchins.
Opmerking« terug naar homepage « | © copyright André Sol | versie: januari 29, 2024 |